Tol opgeheven



Tol opgeheven

Tegenwoordig zijn Valkenburg en Leiden bijna aaneengegroeid, maar in de 19e eeuw was daar nog geen sprake van. 
Sinds mensenheugenis was er een onverharde (kleiweg) weg van Valkenburg tot aan het Haagsche Schouw waar slechts weinig verkeer over ging.  Vervoer naar de stad vond veelal te water plaats.

Tot de Eerste Wereldoorlog ging het vervoer naar  Leiden v.v. vaak met het zgn. Katwijksche Bootje.
Links zien we de stoomboot in Katwijk aan Zee en rechts in Katwijk Binnen.


Na de Franse Tijd (1795 - 1813) werden in heel het land veel zand- en kleiwegen door straatwegen vervangen. D.w.z. dat de wegen bestraat werden, gewoonlijk met bakstenen. 

In de Franse Tijd (1795-1813) werden de akten in het Frans opgesteld. 
Hier een gedeelte van de geboorteakte van Cornelis van der Nagel (1812 - 1884), 
aangegeven door zijn vader Jan. 



Omdat de gemeenten Katwijk en Valkenburg  financieel niet in staat waren de weg van Katwijk naar het Haagsche Schouw ook te bestraten, werd er in 1822  een particulier comité gevormd dat de kleiweg tussen de beide Katwijken en het Schouw zou verbeteren.
De bestrating zou 44.000 gulden kosten, wat gevonden werd door het plaatsen van aandelen van 500 gulden. De weg zou in particulier eigendom blijven en er werd een commissie gevormd die verantwoordelijk was voor het onderhoud en de administratie,  de “Commissie voor den Straatweg Schouw van Duivenvoorde – Katwijk”.
In april 1823 kon de straatweg in gebruik worden genomen




De Schouw van Duivenvoorde  kennen we nu alleen nog onder de naam Haagsche Schouw. 
Het woord "schouw" doet misschien denken aan de open haard of iets dergelijks, maar het woord werd ook gebruikt voor een bepaald type boot en voor de  plaats waar men per veerboot (een schouw) het water kon oversteken.  
Sinds mensenheugenis had men aan het Haagsche Schouw  namelijk  per boot de reizigers over de Rijn gezet. In het begin van de 17e eeuw werd er een veerhuis gebouwd dat in de 18e eeuw een herberg werd. 

In 1801 kwam de eerste brug over de Rijn bij het Haagsche Schouw gereed.



     

In 1924 werd begonnen met de bouw van een nieuwe brug waarover ook de Gele Tram zou rijden.
In juni 1925 kon de brug officieel in gebruik worden genomen.
Links zien we nog de oude brug en weg.



Haagsche Schouw, links in 1940 en  rechts in 2020


In de beginperiode leverden de tolgelden voldoende op om de aandeelhouders tevreden te stellen, maar later veranderde de situatie volkomen.
Door de toename van het zwaardere verkeer ging het onderhoud van de weg meer kosten en uiteindelijk kregen de aandeelhouders geen dividend meer. Van verbetering was geen sprake,  zodat tenslotte de weg in zeer slechte staat verkeerde.

Op deze foto van ongeveer 1920 is de toestand van de Straatweg nabij de kalkfabriek goed te zien.
Die schelpkalkfabriek stond waar we nu de wijk Schelphoek vinden. 



Een Valkenburger die naar Leiden moest, nam gewoonlijk de kortste weg via de pont en Oegstgeest. Slechts Valkenburgers met een zwaarder vervoermiddel dan een bakfiets gingen via het Haagsche Schouw. Wie naar de markt in Den Haag moest ging vaak via De Pan, temeer omdat de tol ’s nachts gesloten was.
 

In de gemeenteraad van Katwijk wordt al in 1904 geklaagd over  de hoge toltarieven en de slechte toestand van de weg “die alle beschrijvingen te boven gaat”. Die gemeente besluit dan ook reeds in 1931 tot overname van eigendom van het Katwijkse deel van de straatweg.

In november 1938 neemt de gemeente Valkenburg eindelijk het besluit de “Valkenburgsche weg” (om niet) over te nemen. Provinciale Staten heeft geen bezwaar, mits de tol verdwijnt.



 

De laatste keer dat een auto tolgeld moest betalen.

In 1938 is de tol nog in gebruik.
Links zien we op de achtergrond boerderij Veldzicht.
Het tolhuis dat rechts stond is later door brand verwoest.
Waar eens de tol in de Voorschoterweg was.
Op de plaats van het oude tolhuis staat een nieuw huis met de naam Tolhuis.
"Tollenaar" Vugt kon in 1938 niet eens van zo'n huis dromen.

En zo kijken we vandaag de dag naar het Haagsche Schouw en de Schouwbrug.



In januari 1939 begint men dan met de reconstructie en verbetering van de weg.  Zo wordt o.a. “de Krom” minder krom. Nog tot in de 60er jaren van de vorige eeuw blijft een klein stukje van de oude Krom  met gele ijsselsteentjes zichtbaar bij het huisje van Maartje Langeveld. Onbekend wie zich over die steentjes heeft “ontfermd.”

 

   Als in 1968 begonnen wordt met de bouw van een Caltex-Servicestation ( nu tankstation Jongeneel) zijn de gele ijsselsteentjes voor het huisje van Langeveld in De Krom al lang verdwenen.



Het woord straatweg bleef nog lang in gebruik om de weg tussen Katwijk en het Haagsche Schouw aan te duiden.  In 1942 werd het stuk tussen Katwijk en de Grote Watering omgedoopt tot Katwijkerweg, het stuk tot aan de Torenvlietswatering werd Hoofdstraat en het laatste stuk Voorschoterweg.  Nog in de 70er jaren van de vorige eeuw spraken oude Valkenburgers nog steeds over de straatweg. 

  
                                                Hier woonde Piet Noort                                                                              De stoelen waren voor de noodkerk
  



Jan Varkevisser woonde aan de Straatweg / Hoofdstraat waar nu Rijnweide staat.



1 opmerking:

  1. Hallo Arie wat is dit leuk om dat allemaal te lezen. Ook heel mooi is het dat heel veel dingen nog bewaard zijn gebleven. Al woon ik al lang niet meer in Valkenburg Z-H de geschiedenis van het dorp is interessant.
    Dank je wel Arie.
    Groetjes Jacqueline van Gelderen

    BeantwoordenVerwijderen